Monster

PUBLIEKE BÈTA

Opmerking: u kunt de lettergrootte en het lettertype wijzigen en de donkere modus inschakelen door op het pictogramtabblad "A" in de Story Info Box te klikken.

Je kunt tijdelijk terugschakelen naar een Classic Literotica® ervaring tijdens onze lopende openbare bètatests. Overweeg om feedback te geven over problemen die u ervaart of om verbeteringen voor te stellen.

Klik hier

Drie dagen later had ik weer dienst, weer de uitgiftebalie. Ik had ineens zenuwen, wat als ze er weer was, ze wist nu waar ik werkte.

Ik kon deze baan niet verliezen, wat als ze hier haar leugen ging rondvertellen. De angst en de vernedering van vijf jaar geleden was in alle sterkte terug, de twijfels die ik had gevoeld toen ik vastzat, de haat, het ongeloof dat zij me zoiets had kunnen aandoen.

De dag verliep zonder problemen gelukkig, geen Roos. Opgelucht klokte ik na mijn dienst uit en liep in de duisternis naar mijn fiets in de stalling.

De droge tik van het slot dat open sprong in de koele avondlucht, het vaste signaal dat ik weer even tijd voor mezelf had.

Ik wilde mijn fiets uit de beugels tillen toen ik een hand op mijn schouder voelde.

"Sven?" een zachte stem. Het was Roos.

Ik draaide me trillend om en zei niets, zwijgend keek ik haar aan. Ze huilde en keek me door haar betraande ogen aan.

"Sven wil je alsjeblieft met me praten?"

Ik schudde mijn hoofd en duwde haar ruw opzij. Ik wilde mijn fiets weer pakken toen ze mijn arm pakte.

"Sven het spijt me zo, ik wil zo graag met je praten..."

Ik draaide me om en keek haar aan "Het spijt jou? Echt, spijt joh? Weet je Roos, het interesseert me geen zak wat jij voelt, je hebt mijn leven vernietigd, je hebt alles kapot gemaakt."

Roos snikte "dat weet ik Sven en ik heb zo'n spijt, ik weet wat ik heb gedaan en ik heb elke dag spijt gehad van wat ik deed. Ik kan niet met mezelf leven door wat ik je heb aangedaan, geef me een kans om het goed te maken"

Ik schoot in de lach, smalend "Goed maken? Oh wacht, je wil me mijn vrouw teruggeven, mijn vader? Of misschien mijn huis of mijn gesloopte carrière? Nou Roos, ik bedenk me ineens iets, ik weet wel hoe je het goed kan maken voor me"

Roos keek me hoopvol aan "Wat dan, wat moet ik doen?"

Vol haat keek ik haar aan, trok mijn fiets uit de beugels en duwde haar ruw weg, ze viel tegen de fietsen aan en bleef in elkaar gezakt op de grond liggen, ze snikte.

"Dood gaan Roos, ga dood" siste ik naar het kleine hoopje mens op de grond. Ik spuugde mijn woorden.

Ik sprong op mijn fiets en reed weg van het geluid van Roos die hartstochtelijk huilde en mijn naam riep, ik reed weg van haar verdriet.

Gek genoeg voelde het klote. Ik had in al die jaren altijd de wens gehad om haar pijn te doen, fysiek zelfs, maar nu ik de kans had en haar alleen maar mentaal pijn had gedaan voelde ik niet de opluchting waar ik op had gehoopt.

Ik had medelijden met haar en haatte mezelf om hoe ik me had opgesteld.

Ik sliep die avond klote, wat als ik haar had vergeven? Wat als ik zo groot was geweest om haar te omarmen? Ineens besefte ik dat ik een fout had gemaakt.

Een onherstelbare fout.

Nooit zag ik Roos meer. De eerste maanden keek ik elke dag hoopvol of ze misschien in de wachtruimte zat, na het uitklokken of ze op me wachtte, maar ze was er nooit.

Ik had mijn zin gekregen.

***

Ik stapte rillend uit de tram, het was inmiddels nog harder gaan regenen. Ik trok mijn jas dichter tegen me aan en liep met snelle pas naar mijn appartementje.

Thuisgekomen deed ik snel mijn gehuurde pak uit en pakte het in om morgen meteen terug te brengen. Ik gooide een kant&klaar maaltijd in de magnetron en deed snel wat huiskleren aan.

Op de bank at ik mijn maaltijd en keek wat naar de tv. Mijn gedachten bij de rare sollicitatie van vanmiddag, welke vragen had ik nu helemaal gehad? Hoe snel kon je iemand afwijzen?

Waarschijnlijk had er een psycholoog bij gezeten die mij had geanalyseerd en al snel tot de conclusie was gekomen dat ik niets was.

Ik schudde gefrustreerd mijn hoofd en zapte wat langs de kanalen.

Die avond sliep ik vroeg, de volgende dag weer magazijndienst, vooraf even het pak terug brengen.

Mijn dienst was saai, het was stil. Vaak zat ik op mijn telefoon te spelen met een bak koffie.

De droge klik van mijn slot dat open sprong was weer het signaal dat mijn dag erop zat, gedachteloos fietste ik naar huis.

Toen ik de voordeur opendeed zag ik de brief liggen, ik herkende het dure papier van de enveloppe.

Ik gooide hem op de tafel en warmde een magnetronmaaltijd op terwijl ik wat te drinken inschonk.

Ik keek naar de brief, wel netjes een officiële afwijzing bedacht ik me toen ik hem open sneed.

Ik vouwde hem op en en las zonder na te denken, toen las ik hem nog een keer, ik was aangenomen?

Zomaar?

Ik las hem nog een keer, dit moest een vergissing zijn, ik wist hoe die procedures gaan, dat gaat in rondes, ik had de voorstelronde niet eens overleefd.

Ik legde de brief op tafel en at mijn maaltijd.

Die avond keek ik geen tv, mijn ogen bleven over de brief gaan, de paar zinnen, de datum waarop ik werd verwacht voor mijn eerste werkdag. Het stond er echt, mijn naam, ik keek naar de enveloppe, was het een grap?

***

Die maandag stond ik weer in het grote pand, van mijn spaargeld had ik een pak gekocht en ik had mezelf zo goed en zo kwaad als het kon toonbaar gemaakt.

Twijfelend, hoe lang zou ik het vol gaan houden tussen het snelle volk? Gebrek aan courante kennis, gebrek aan een netwerk. Toch wilde ik mezelf deze laatste kans niet ontzeggen.

Ik werd een kantoor ingeleid en ontmoette mijn mentor, een kerel van net 30, een vriendelijke jongen.

Ik kreeg wat uitleg over het bedrijf en werd vervolgens afgeleverd bij de bedrijfsuniversiteit voor een 6 weekse training en opleiding.

Het was wennen, maar al snel had ik de smaak te pakken en doorliep de training en opleiding eigenlijk zonder problemen, er was veel veranderd in die jaren, maar de fundamenten waren hetzelfde en al snel keek ik uit naar mijn eerste echte werkdag.

Ik kreeg eigenlijk bijna direct een vrij hoge functie, ik gaf leiding over een team van jonge enthousiaste mensen. Hun enthousiasme straalde over op mij en ik voelde me beter dan ik me in jaren had gevoeld, alsof ik ertoe deed.

Door mijn leeftijd en mijn onbekende verleden kreeg ik respect in plaats van de minachting die ik had verwacht.

Binnen een paar weken was ik verliefd op mijn baan.

***

Het eerste jaar vloog voorbij, na een paar weken had ik mijn garderobe aangepast aan mijn nieuwe functie.

Ik was goed in mijn werk, ons team presteerde bovengemiddeld en mijn collega's mochten mij graag.

Al snel werd ik voorgedragen voor een promotie en binnen mijn tweede jaar maakte ik mijn eerste stap omhoog.

Bij de nieuwe functie hoorde een week brainstormen met het hogere management, mensen die je nooit zag, directive branchemanagers.

Het zou een week in een hotel in Rome zijn, een groot deel van het hotel en de vergaderzalen was afgehuurd.

Op zondagavond landde ik in Rome en stapte in de wachtende taxi die mij naar het hotel bracht.

Ik moest nog steeds wennen aan mijn nieuwe leven en keek mijn ogen uit in het hotel, de luxe was overweldigend. Ik genoot van het eten en de kwaliteit van de kamer, ik sliep die nacht heerlijk.

Die ochtend was in alle vroegte een voorstelronde, ik was één van de 16 deelnemers en samen met de 4 branchemanagers van onze regio van Europa zouden we een uitgebreid ontbijt nuttigen voor we aan de eerste sessie begonnen.

Ik zat in gesprek met een man van midden dertig die ik vaker had ontmoet, een leuke kerel met een vlotte babbel, toen de branche managers plaatsnamen aan tafel.

Het waren drie mannen en één vrouw. Ik keek vluchtig naar ze, jonge succesvolle mensen, en vervolgde mijn gesprek met mijn collega naast me.

Na een tijdje was het tijd voor iedereen om zich voor te stellen, ik was als zesde aan de beurt en stelde me voor, verzweeg delen van mijn levensloop en legde de focus op wat ik nu deed.

Opgelucht toen het voorbij was keek ik naar de volgende die zich voorstelde.

Toen we ons hadden voorgesteld waren de branchemanagers aan de beurt en voor het eerst keek ik ze aan, echt aandachtig aan.

De mannen waren jong, begin dertig, de vrouw was knap, prachtig gezicht, net toen me het gevoel bekroop dat ik haar kende en mijn keel werd dichtgeknepen door een koude hand stelde ze zich voor.

"Ik ben Roos van Buuren"

De rest van haar verhaal ging aan me voorbij in een waas, ik keek naar haar en ze keek me tijdens haar hele verhaal strak aan.

Ik zag alleen haar mond bewegen, haar woorden bereikten me niet.

Opeens vielen een aantal stukjes op hun plaats, het was Roos geweest die me deze baan had gegeven. Zij was degene die op de achtergrond mijn carrière had gestuurd.

Ik dacht terug aan die avond in de fietsenstalling van de Ikea, die avond dat ik haar vroeg of ze mijn leven kon herstellen, haar fouten ongedaan kon maken.

Ik dacht aan hoe ik haar had achtergelaten. Ik sloeg mijn ogen neer, ik voelde me ineens klein.

Die dag was ik niet veel waard tijdens de sessies die op het programma stonden, na een paar uur viel het de branchemanager op dat ik afwezig was en hij vroeg me wat er was. Ik mompelde dat ik migraine had en hij liet me vervroegd naar mijn kamer gaan.

Ik lag op mijn rug op bed en overwoog wat ik kon doen. Wat ik moest doen, toen er een zachte klop op de deur klonk. Mijn hart sloeg over. Ik wist wie dat was, het kon niet anders. Ik opende mijn deur en keek naar Roos, haar gezicht was vriendelijk, zacht.

"Sven, wil je nu met me praten, alsjeblieft?"

Ik slikte en opende de deur verder voor haar. Ze liep naar binnen en ging aan het tafeltje zitten. Ze keek naar me.

"Hoe gaat het met je?" haar stem was zacht en liefdevol.

Ik nam plaats op de andere stoel aan het tafeltje en keek haar aan "Het gaat goed met me, beter dan de laatste keer dat ik je zag"

Roos lachte fijntjes en sloeg haar ogen neer. Ik slikte en keek naar haar "Ik had dat niet moeten doen toen, ik had er direct spijt van, ik..."

Roos onderbrak me en keek me fel aan "Nee, je had gelijk, wat ik jou heb aangedaan is onvergefelijk, die avond heb ik serieus overwogen om te doen wat je me zei. Uiteindelijk heb ik besloten om de andere optie te onderzoeken.

Ik ben dat jaar begonnen met mijn studie om deze functie te verkrijgen. Ik wist dat het mogelijk moest zijn om jou een deel terug te geven van wat ik je heb afgenomen.

Toen ik in mijn huidige positie kwam heb ik opdracht gegeven je aan te nemen en je te coachen, en weet je? Het was een goede keus, je bent één van de beste"

Roos slikte en keek naar het schilderij aan de muur, een weergave van een zeeslag nabij Rome in de antieke tijd.

"Ik vraag niet om vergeving Sven, omdat ik weet dat dat niet mogelijk is. Wat ik je vraag is om mij de kans te geven je zoveel mogelijk te compenseren. Na dit gesprek zal je me niet meer zien, ik zal je op de achtergrond ondersteunen."

Roos stond op en liep naar de deur, in één beweging stond ik ook op en pakte haar hand

"Roos, wat nou als ik je wel kan vergeven?"

Ik sloeg mijn armen om haar slanke kleine lijf en drukte haar tegen me aan. Roos sloeg snikkend haar armen om mij heen en zakte tegen me aan, ze huilde hartstochtelijk en drukte zich tegen me aan.

"Oh Sven.. zou je dat kunnen?"

Zachtjes streelde ik haar rug en legde mijn hoofd op haar hoofd.

"Ja Roos, dat kan ik, ik vergeef je, ik had je eigenlijk al vergeven na die avond bij de Ikea, die nacht had ik spijt dat ik je zo'n pijn had gedaan.

Ik haatte je om wat je had gedaan, maar ik besefte me ook dat het een leugen van een kind was, een leugen die buiten jouw macht uitgroeide tot een monster.

Dat je machteloos had toegezien hoe jouw monster alles verslond zonder dat je nog iets kon doen. Roos, ik vergeef je, wees mijn kleine zusje weer, ik wil je in mijn leven"

Zachtjes kuste ik Roos op haar hoofd en streelde haar rug. Snikkend wreef ze haar gezicht tegen me aan en we stonden minstens een halfuur in stilte, oude gevoelens van liefde en vriendschap namen mijn ziel over.

Die avond aten we samen in een restaurant buiten het hotel. Roos vertelde me over haar leven, hoe zowel mijn vader als Margriet haar nooit hadden vergeven voor wat ze had gedaan, dat ze op haar achttiende verjaardag per direct met dwang werd verzocht te vertrekken.

Dat Margriet vijf jaar geleden was overleden aan borstkanker en dat Roos nooit meer de kans had gehad om zich met haar te verzoenen.

Dat mijn vader verbitterd was geraakt en drie jaar geleden uiteindelijk in eenzaamheid zelfmoord had gepleegd.

Roos keek me aan in tranen, haar monster was allesvernietigend geweest, het consumeerde nu zijn laatste slachtoffer, Roos.

Ik huilde om alles wat ik had gemist, om Roos die zelf nog steeds ten onder ging aan haar eigen gecreëerde monster, een eindeloze spiraal.

Ingezet door een leugen, een uitgesproken wens van een kind. Tot leven gewekt door de toeschouwers, opgeblazen tot allesverslindende proporties.

Ik pakte haar hand en keek haar aan "Roos, ik wil je helpen, samen verslaan we dit monster, samen begraven we het voor eens en voor altijd" Snikkend pakte Roos mijn hand en drukte hem tegen haar wang.

***

Die week vloog voorbij. Roos zag ik af en toe tijdens de sessies en aan haar blik zag ik de opluchting, maar we spraken elkaar zelden.

Op de laatste avond klopte ze weer op mijn kamerdeur. Ik liet haar binnen en ze ging weer aan de tafel zitten.

"Eigenlijk wilde ik de hele week bij je zijn Sven, maar we kunnen ons de roddels niet veroorloven"

Ik knikte en ging tegenover haar zitten "Dat begrijp ik Roos, het geeft niet"

Roos knikte en schoof een ticket over de tafel "Voor de terugreis"

Ik keek haar niet begrijpend aan "Ik heb al een ticket"

Roos knikte en lachte "Klopt, maar niet in het vliegtuig waar ik mee reis, ik wil graag bij je zijn"

In het vliegtuig legde ze meteen haar hoofd tegen mijn schouder en pakte mijn hand. Ze was een vrouw geworden, jaren gescheiden van het kind dat ik ooit kende. Maar nog steeds mijn kleine zusje, op zoek naar mijn liefde.

We haalden herinneringen op, dingen die ik zelfs niet meer wist. Hoe ze altijd naar me had opgekeken als kind maar ook over haar angst toen ik met Sophie kreeg en uit huis ging, haar verdriet.

Ik streelde haar haar en drukte haar tegen me aan "ik weet het Roos, ik weet het"

Roos keek me aan en kuste me zachtjes op mijn wang "Ik wilde je voor mij alleen, ik had gehoord op school wat mensen doen als ze verliefd zijn en ik dacht dat als iedereen dacht dat wij dat deden dat we dan... dat jij dan..." snikkend verslikte Roos zich in haar woorden.

Ik pakte haar hoofd tussen mijn handen en keek haar aan, diep in haar ogen

"Roos, ik snap het, diep van binnen wist ik precies waarom je het had gezegd, je overzag de consequenties niet, dat alles zo uit de hand liep is niet alleen jou te verwijten."

***

Op het vliegveld wilde ik afscheid nemen van haar, een taxi bellen en naar mijn appartement gaan.

Roos stond erop dat ik met haar zou meerijden, ze wilde me thuis afzetten. Samen liepen we naar het parkeerdek en ze hield als een echte heer de deur van haar Audi voor me open.

Ik keek naar haar terwijl ze zelf achter het stuur kroop, ik schoot in de lach.

Roos keek lachend naar me "Wat?"

"Je ziet er grappig uit, zo'n minimensje in een grote auto"

Roos sloeg op mijn schouder "ik heb een hoop te compenseren, ja!"

Onwillekeurig gleden mijn ogen over haar lijf, ze was een prachtige vrouw geworden. Klein en slank, maar volle borsten. Een ranke nek en een prachtig gezichtje. Haar lange bruine haar in een hoge staart, jeugdig maar tegelijkertijd professioneel, stijlvol.

"Geloof me Roos, je hebt niets te compenseren"

Roos keek opzij, vragend, een halve glimlach "Dank je denk ik?"

Na een klein uurtje parkeerde ze haar auto voor mijn appartement en keek me aan. Ze pakte mijn hand "Denk je echt dat we weer vrienden kunnen zijn Sven?"

Ik knikte en boog me naar haar toe, zachtjes kuste ik haar wang "Roos, ik wil jou heel graag weer in mijn leven, ik heb je gemist, met heel mijn ziel"

Roos schoot vol, tranen liepen over haar wangen en ze drukte zichzelf tegen me aan "oh Sven"

Zachtjes streelde ik haar haar en hield haar tegen me aan.

"Mag ik je af en toe bellen?" Ze keek me vragend aan.

Ik knikte en gaf haar mijn privé telefoon "zet je nummer er maar in"

Toen ze hem terug gaf stuurde ik haar direct een WhatsAppje "zo nu heb je mijn nummer".

Ik kuste haar nog een keer en drukte haar tegen me aan voor ik uit de auto stapte. Ik keek haar na terwijl ze wegreed.

Pas toen realiseerde ik me dat het gevoel dat de afgelopen jaren zwaar op me had gedrukt was verdwenen. Alsof je ineens van een zware hoofdpijn af bent, alsof je nieuw bent.

In gedachten verzonken stapte ik mijn appartement binnen en keek wat naar de tv.

***

De volgende ochtend was ik langer blijven liggen dan gebruikelijk voor mij op een zaterdag. Ik had na liggen denken over Roos, eigenlijk wist ik niets van haar. Ja ik wist in hoofdlijnen hoe haar leven was verlopen, welke beslissingen ze waarom had genomen. Maar was ze getrouwd bijvoorbeeld, had ze kinderen?

Ik zat aan mijn ontbijt en keek naar mijn telefoon, ik twijfelde of ik haar zou bellen. Zou het raar zijn, om haar meteen een dag later te bellen? Ik keek op WhatsApp naar haar profiel. Typte een berichtje en verwijderde het weer. Ze was net online geweest zag ik.

Ik legde mijn telefoon weg en deed mijn wekelijkse was en ruimde mijn bagage weg. Een uurtje later zat ik weer met mijn telefoon in mijn hand, ik staarde naar haar profiel.

Ze was weer net online geweest. Ik staarde naar het berichtenscherm, weer typte ik een half bericht en verwijderde het, gefrustreerd smeet ik mijn telefoon op de bank.

Ik klapte mijn laptop open en bekeek haar profiel op facebook, op het openbare gedeelte was weinig te zien, als profielfoto had ze een foto van een zonsopkomst, verder deelde ze niets.

Ik zweefde boven de vriendschapsknop. Ik drukte niet, in plaats daarvan klapte ik mijn laptop dicht en liep een rondje door mijn kamer.

Uiteindelijk besloot ik mijn wekelijkse boodschappen te gaan halen. Ik stak mijn telefoon in mijn broekzak, pakte mijn huissleutels en mijn portemonnee en liep met twee tassen naar de supermarkt om de hoek.

Gedachteloos vulde ik mijn kar met de nodige spullen en sloot aan in de schijnbaar eindeloze rij. Halverwege trilde mijn telefoon, mijn hart sloeg drie keer over. Met trillende vingers haalde ik mijn telefoon uit mijn zak en keek naar het scherm.

Het was mijn NS app, een vertraging bij Leiden. Gefrustreerd stopte ik mijn telefoon weer weg.

Rond vier uur en honderdduizend keer naar mijn WhatsApp te hebben gekeken typte ik een kort berichtje.

"Veilig thuisgekomen?"

Een belachelijk berichtje, ik bedoel het was ruim 16 uur geleden dat ze me voor mijn appartement had afgezet, ik had meteen spijt.

Bijna direct kwam er een berichtje

":) ja... mag ik je bellen?"

Mijn hart klopte in mijn keel, waarom werd ik zo zenuwachtig van haar, had ik haar zo gemist? Ik typte meteen terug

"Natuurlijk mag dat :)"

Meteen ging mijn telefoon over.

"Hoi Sven" ze klonk opgelucht, blij

"Hey Roos, hoe gaat het?"

"Goed, ik heb de hele dag lopen twijfelen om je te bellen, ik wil je zo graag z... spreken"

"Hier hetzelfde Roos, ik... "

"Echt?" ik hoorde de zon in haar stem, ze trok door mijn hele lijf.

"Ja Roos, ik weet dat ik je gisteren nog zag maar ik..."

"Ik jou ook, mag ik langs komen?"

"Graag, hoe laat ben je er?"

"Ik vertrek nu, tot zo"

"Tot zo"

***

Binnen een half uur belde Roos aan, ze was prachtig. Ze had nu geen professionele kleding aan maar een dun zwart jurkje en haar glanzende krullen los.

Ze keek me twijfelend aan, twijfelend of ze me kon omhelzen.

Ik nam haar in mijn armen en drukte haar tegen me aan terwijl ik haar op haar wangen kuste. Bijna direct sloeg ze haar armen om mijn middel en kuste me terug.

Haar lippen en haar warmte tegen me aan, haar geur, haar borsten tegen mij, ik voelde gevoelens die niet passend waren en hoe graag ik haar ook in deze omhelzing had gehouden dwong de reactie van mijn lijf me haar voorzichtig van me af te duwen.