De Watergeest

Verhaal Info
Is het een kwestie van tropenkolder?
  • January 2004 monthly contest
1.8k woorden
3.6
19.2k
0
Verhaal heeft geen tags
Deel dit Verhaal

Lettertypegrootte

Standaard Lettergrootte

Lettertypeafstand

Standaard Lettertypeafstand

Lettertype Gezicht

Standaard Lettertype

Thema Lezen

Standaardthema (Wit)
Je moet Inloggen of Aanmelden om uw aanpassingen in uw Literotica-profiel op te slaan.
PUBLIEKE BÈTA

Opmerking: u kunt de lettergrootte en het lettertype wijzigen en de donkere modus inschakelen door op het pictogramtabblad "A" in de Story Info Box te klikken.

Je kunt tijdelijk terugschakelen naar een Classic Literotica® ervaring tijdens onze lopende openbare bètatests. Overweeg om feedback te geven over problemen die u ervaart of om verbeteringen voor te stellen.

Klik hier

Water dat over het zand kabbelt, maakt een zacht geluid. Een licht briesje beweegt de bladeren van de palmbomen en af en toe valt er een kokosnoot met een zachte plof in het zand. Ik voel me vreemd, alsof ik geen contact heb met de wereld om me heen. Ik hoor de geluiden wel, ik voel de warmte van de dag die nog in de lucht hangt en ik kan de zilte lucht van de oceaan ruiken vermengd met de kruidige geur van geroosterd vlees en het zoete van rijp fruit en nachtbloesems. Misschien is dit tropische parfum de oorzaak dat mijn hoofd tolt.

Ik loop langs de waterkant, voorzichtig mijn voeten neerzettend om de scherpe stukjes schelp en dood koraal te ontwijken. Het water tekent rimpels in het zand en verkoelt mijn voeten terwijl ik loop. Ik heb geen bepaald doel, ik loop gewoon graag over het harde, natte zand met de geuren en geluiden van een tropische nacht om me heen.

Mijn voeten dragen me verder terwijl mijn hoofd er niet helemaal bij is. Ik loop te dromen. Mijn ogen zien geen golven of strand of palmbomen. Mijn ogen zien alleen het beeld in mijn hoofd, het beeld dat ik bijna voortdurend zie sinds ik hier ben in dit verstopte stukje paradijs. Ik weet niet waar het beeld vandaan komt, het is nieuw voor me en het is verleidelijk. Misschien is het beeld het gevolg van de hete zon op mijn huid, of van te veel bier Bintang met rijst en saté kambing. Ik glimlach bij die gedachte. Ik weet dat het niets te maken heeft met het bier of het eten.

Het beeld. Ik zucht omdat ik me realiseer dat ik serieus moet nadenken in plaats van doorgaan met dagdromen. De mensen uit het dorp noemen me al mataglap, gek. Ik woon bijna op het strand in een minuscuul huisje, net groot genoeg voor mijn boeken en mij. Ik ga iedere dag naar de markt want ik heb geen elektriciteit voor een koelkast. Mijn water komt uit een ouderwetse pomp en ''s avonds steek ik kaarsen aan. Ze begrijpen niet dat een blanke vrouw, een blanda zo wil leven. Zelf zijn ze iedere dag opnieuw dankbaar voor de moderne voorzieningen die het toerisme voor hen heeft gekocht.

Ik keer om en loop terug langs de vloedlijn naar het grote rotsblok dat opsteekt uit het zand. Het strand is bijna lichtgevend in de tropische nacht en de maan tekent een pad van zilver over de golven die zachtjes aan het land likken. Ik sta naast het stuk steen. Het is van boven vlak, als een natuurlijke zitplaats, een perfecte plek om na te denken. Ik hijs mijn sarong een stukje op, de kleurige lap textiel die ik net als een inlander om mijn heupen heb gedrapeerd zodat hij me bedekt van mijn middel tot mijn enkels. Het felle rood, wit en geel van de batik is nu gedempt. Alleen het wit van mijn topje reflecteert een beetje licht. Ik trek mijn knieën op en vouw mijn armen erom heen met mijn kin er bovenop. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik niet helemaal in de werkelijkheid sta. Het beeld in mijn gedachten blijft tussenbeide komen, eist mijn aandacht op, lokt me weg van het leven van alledag.

Met mijn tenen wriemelen helpt niet echt. Ik zie dat het rood van de nagellak bijna zwart is in het maanlicht. Ik weet dat ik zit uit te stellen en ik weet dat ik dit..., dit ... beeld onder ogen moet zien. Ik zucht, omdat het niet eens nodig is het op te roepen. Het is recht voor mijn neus, bijna de hele dag. Ik zie het beeld van een man die een vrouw over zijn arm en zijn knie buigt. Ze zijn beiden naakt en de vrouw straalt een overgave uit die waanzinnig erotisch is. Ze presenteert hem haar lichaam om er gebruik van te maken naar zijn believen. Tot zover is het nog niet eens zo bijzonder, behalve dat ik de vrouw ben en de man in het beeld een volslagen vreemde is. Ik heb geen idee wie het is, maar ik zie hem heel duidelijk. Ik kan het niet afdoen als een erotische fantasie, want het beeld komt steeds terug. En wat nog erger is, ik word er opgewonden van maar ik schijn daar niets aan te kunnen veranderen.

De hitte van de tropen maakt me altijd geil, maar niets wat ik doe helpt. Om de een of andere onbekende reden kan ik mezelf niet laten klaarkomen, ongeacht wat ik doe. Noch mijn vingers noch mijn elektrische vriendje kunnen een orgasme opwekken. Het resultaat van deze waanzin is dat ik rondloop met al mijn gedachten gericht op seks. Ik voel mezelf iedere minuut van de dag balanceren op de rand van klaarkomen. En de nachten zijn eigenlijk niet anders. Als ik slaap, droom ik van deze onbekende minnaar. Maar zelfs dan kan ik me niet laten gaan. Iedere morgen word ik wakker met dezelfde vochtigheid en hetzelfde kloppende gevoel tussen mijn benen, dat wacht om te exploderen. Ik voel me alsof ik de vleesgeworden song ben van The Rolling Stones "I can get no satisfaction" en daar ben ik absoluut niet door vereerd.

Ik probeer deze kwellende minnaar duidelijker te zien. Zijn lichaam is gespierd en heeft een gladde, bruine huid die de suggestie wekt dat hij een inlander is. Maar ik geloof dat hij daar te groot voor is. Zijn gezicht is prachtig met uitgesproken jukbeenderen en een brede mond. Zijn zwarte haar is lang en ligt in een vlecht op zijn rug. Maar wat me werkelijk raakt, zijn z'n ogen. Dat zijn net zwarte gaten met een vlam van lust erin. Zoals ze over mijn lichaam strijken, maken ze dat ik me zo begeerd voel dat het bijna pijnlijk is.

Het maakt niet uit hoe hard ik het probeer, ik herinner me geen man zoals hij. Ik weet dat het een vreemde is. Hij is niet meer dan een voortbrengsel van mijn verbeelding, toch? Ik zucht, geen stap dichter bij begrip voor wat er met me gebeurt. Ik kijk om me heen en zie dat er geen levende ziel te bekennen is. Ik besef heel goed dat het onvermogen om klaar te komen me langzaam tot waanzin drijft. Ik ga me steeds wonderlijker gedragen. Of niet? Ik betrap mezelf op allerlei vreemde gedachten. Ik wil naakt naar de markt, ik wil de saté verkoper op de hoek van het plein neuken, ik wil mezelf en mijn druipnatte kut aanbieden aan iedere lul in het dorp. Ik haal mijn schouders op en wikkel de sarong af, vouw hem op en leg hem boven op het rotsblok samen met de witte top. Het is alles wat ik de laatste dagen aan heb en dus sta ik nu naakt aan de rand van de oceaan.

Langzaam loop ik de golven in. Het water is lauw, houdt nog de warmte van de voorbije dag vast. Ik weet niet eens waarom ik dit doe, maar het voelt juist. De golven beginnen tegen mijn dijen te kabbelen en ik stop met lopen nu het water mijn hete kut liefkoost. Mijn vingers beginnen aan mijn tepels te plukken, maar dat maakt de brandend hete nood tussen mijn benen alleen maar groter. Bijna snikkend zink ik op mijn knieën als mijn rechterhand opnieuw zijn weg vindt naar mijn clitoris. Ik weet dat het geen enkele zin heeft, maar ik moet het proberen.

Mijn handen drijven me bijna tot waanzin, maar weer kan ik niet klaarkomen. Volkomen gefrustreerd schreeuw ik het uit, de nachthemel vragend om hulp. Plotseling houdt mijn hart op met kloppen. Ik weet dat ik alleen ben in dit stuk oceaan, maar ik voel een hand die mijn vingers bij mij vandaan haalt. Mijn blik schiet van links naar rechts, maar ik zie niets; alleen de golven, het strand en de bomen met de maan erboven. Mijn oren vullen zich met het zachte gelach van een mannenstem. Ben ik nu echt gek geworden?

De hand leidt me uit de golven en ik kan voelen dat er een lichaam aan vastzit. Maar pas als ik uit het water ben begin ik iets te zien. Het lijkt alsof een mist van water zich langzaam verdicht tot een menselijk lichaam. Ik kijk terug naar het water en zie slechts één paar voetstappen, de mijne. Dat is alles wat ik kan zien voordat de verschijning al mijn aandacht opeist.

Eén hand houdt nog steeds de mijne vast; de andere omvat mijn borst. Het gebaar is genoeg om me heftig te laten huiveren. De andere hand beweegt zich ook naar mijn borsten en ik kan het klaaglijke geluid achter in mijn keel niet tegenhouden. Het gelach verandert in gefluister, geeft me toestemming om klaar te komen. Tot mijn verbazing is dat precies wat er gebeurt. Slechts de sensatie van die handen op mijn tepels laat me exploderen in een orgasme dat me op mijn knieën laat zinken.

De nu volledig gematerialiseerde persoon, geest of wat dan ook knipt met zijn vingers en mijn sarong spreidt zich uit op het zand. Hij knielt erop en drapeert mijn lichaam over zijn armen in de houding die me nu al dagen achtervolgt. Hij buigt zijn hoofd en kust mijn nekt. Dan begint zijn gefluister opnieuw. Hij vertelt me dat ik een hele sterke vrouw ben omdat ik zijn lokroep zo veel dagen heb kunnen weerstaan. Hij grinnikt. Niemand kan zich voor eeuwig verzetten tegen de lokroep van een oceaangeest. Ik weet dat ik het niet kan. Zijn handen liefkozen mijn lichaam en brengen mijn begeerte tot nieuwe, ondenkbare hoogten. Zijn vingers, zijn lippen, zijn tong, allemaal veroorzaken ze één verlangen: gevuld worden door zijn lul. Ik leef het beeld en voel me de meest begeerde vrouw op aarde. Ik schreeuw het opnieuw uit en smeek hem me te nemen. Ik zie de grijns op zijn gezicht veranderen in iets dat niet helemaal menselijk is, maar het kan me niet schelen. Het enige dat ik wil, is zijn prachtige penis in me voelen, ik wil alleen maar klaar komen, en klaar komen en nog een keer klaar komen.

De zon kleurt de oceaan zachtroze en komt dan op in brandend rood dat overgaat in het witheet van een nieuwe tropische dag. Water dat over het zand kabbelt, maakt een zacht geluid. Een licht briesje beweegt de bladeren van de palmbomen en af en toe valt er een kokosnoot met een zachte plof in het zand. De straathond van de gekke vrouw zit op zijn achterpoten en houdt de wacht bij een kleurrijk stukje batik en een wit topje die zijn achtergelaten bij de grote stoel van steen aan de vloedlijn. Van de vrouw is geen spoor te bekennen en de hond weigert te luisteren naar de mensen uit het dorp. Maar ja, zij weten dan ook niet hoe hij heet. Hij luistert alleen naar Camembert, haar naam voor hem. En soms, als het volle maan is, hoort hij haar stem die hem vertelt dat het goed met haar gaat.

Ik hoop dat u dit verhaal met plezier hebt gelezen. Ik stel het op prijs feedback te krijgen via email, public comment en natuurlijk het uitbrengen van een stem.

Gelieve dit een score te geven verhaal
De auteur zou je feedback appreciëren.
  • REACTIES
Anonymous
Our Comments Policy is available in the Lit FAQ
Posten als:
Anoniem
1 Reacties
AnonymousAnoniemmeer dan 4 jaar geleden
WTF

English please, OR do not post on an English site, dumb ass.

Deel dit Verhaal