Groene Hel

PUBLIEKE BÈTA

Opmerking: u kunt de lettergrootte en het lettertype wijzigen en de donkere modus inschakelen door op het pictogramtabblad "A" in de Story Info Box te klikken.

Je kunt tijdelijk terugschakelen naar een Classic Literotica® ervaring tijdens onze lopende openbare bètatests. Overweeg om feedback te geven over problemen die u ervaart of om verbeteringen voor te stellen.

Klik hier

"Opstaan, stel je niet aan"

Ik stond voor hem, snikkend, druipend. Ik kon hem amper zien door de tranen in mijn ogen. Met de wreef van mijn hand wilde ik mijn tranen wegvegen, ik voelde modder en zand. Ik proefde het.

"Godverdomme, ik zit onder de shit van dit shit bos met zijn shit bomen door jou! Shit broer!"

Ik hoorde Ronald hard door zijn neus snuiven, smalend.

"Kom nou maar, Assepoester"

***

Ik zat op een boomstronk, rillend.

Ronald was een vuur aan het maken en de tent stond al. Ik had mezelf wat kunnen wassen bij een riviertje, maar het meeste was van me afgeregend in de loop van de dag. Ik had droge kleren aan en mijn natte kleren had ik te drogen gehangen. Het was in iedergeval nu droog, en koud.

Ik keek naar Ronald, als een machine maakte hij het kamp, gecoördineerd, binnen een half uur had de tent gestaan, had hij een vuurplaats gemaakt en een latrine, wat dat was wist ik niet, maar ik vond het een mooi woord, latrine, Frans denk ik, ik peinsde over het woord.

Wat zou het zijn? Een liefdesnest? Zal wel niet... ik bedoel waarom daar, achter die struik, beetje mal toch?

Na een tijdje kwam hij naast me zitten en drukte me een metalen beker in mijn hand.

"Hier, koffie"

Ik keek hem aan, rillend, koud.

"Dank je" zei ik zachtjes en nam een slok, warmte, ik voelde het door mijn slokdarm naar mijn maag gaan. Warmte in me, heerlijke warmte. Niet zijn warmte maar ok, koffie is ook leuk, ja toch?

Hij keek naast zich, hij nam me op en snoof weer door zijn neus, als een lach.

"Koud?"

Ik keek hem aan en knikte.

Ik keek weer in mijn beker, ik voelde me zo ellendig, zo koud, zo alleen.

Ik bedoel wat had ik nou gedaan, één keer een pil, één keer! En meteen zat ik in boot camp, met de duivel als sergeant, dit was de hel.

Ik was in de hel beland.

Plotseling voelde ik zijn enorme arm om me heen en in één beweging trok hij me tegen zich aan. Ik voelde zijn warmte, ik hoorde zijn hartslag en legde mijn hoofd tegen zijn borstspieren, keihard, warm, comfortabel, Ik rook hem, ik snoof zijn geur op.

Ik was in de hemel beland.

"Kom maar, je hebt genoeg geleden voor vandaag"

Ik voelde zijn hand over mijn schouder strelen.

"Voor vandaag? Hoe lang gaan we hier eigenlijk blijven?"

De angst sloeg me om mijn hart, ik had eigenlijk geen idee, ik was van huis en haard weggesleept door hem. Ik moest een raar pakje aan en zwijgend had hij me het bos ingevoerd.

Oei... nu ik het zo bracht zag ik ineens mogelijkheden...

"Een week of twee"

Met een klap was ik weer op aarde terug. Wat?? Wat zei hij? Een week of twee? Is hij gek? Dat overleef ik nooit, ik ben nu al half dood, morgen de rest en hij kan me hier achterlaten, hoopje grond met twee takjes,

~Hier ligt Moon, dood door dit shitbos~

"Twee?"

Ik hoorde mijn wanhoop in mijn eigen stem... twee weken... bij god.

"Minstens"

***

Ik lag op mijn rug, donker, koud. Ik hoorde geluiden buiten de tent, zachte geluiden, dingen die scharrelen, fladderen. Vies gespuis. Dingen die in mijn oren willen kruipen, glibberige dingen. Smerige beesten.

Niet gek dat ze pas 's nachts naar buiten komen, ik zou me ook schamen, bah!

Ik keek naast me, Ronald sliep, zijn borstkas ging op en neer. Ik trok mijn slaapzak hoger op, rillend. Ik rolde op mijn zij, op een matje, keihard. Ik keek naar hem, wat een bonk. Ik schoof iets dichterbij. Ik snoof zijn geur op. Ik schoof nog wat dichterbij, ik voelde zijn warmte. Nog een klein stukje, ik lag tegen hem aan, gescheiden door twee slaapzakken maar ik was bij hem. Ik begroef mijn gezicht in zijn schouder en legde mijn arm op zijn borst. Ik sloot mijn ogen.

Toen ik wakker werd lag ik alleen, half op mijn mat. Het was warm, de zon was op. Ik trok snel een joggingbroek aan en kroop uit de tent. Daar zat hij, met zijn rug naar me toe, een ketel op het vuur. Hij zat voor zich uit te kijken, peinzend. Ik ging naast hem zitten en keek hem aan

"Mogge"

Hij keek opzij, kort en wendde zijn hoofd weer

"Mogge"

Hij gaf me een kop koffie en een stuk brood.

"Hier"

Ik knikte en nam een slok. Peinzend kauwde ik op mijn brood. Nu ben ik iemand die 's ochtends koffie drinkt en dan, tja dan gaat mijn lijf werken.

"Ronald, ikke ... ehm... je weet wel"

Ronald rommelde even in zijn tas en gaf me een wc-rol.

"De latrine is daar"

Hij wees naar de struiken een eind verderop.

"Ehm wat is dat, een latrine?"

Ronald keek opzij en schoot in de lach

"Een wc, een gat in de grond"

Wat??? Een gat in de grond? Dat is geen wc! Dat is een... een ... dat is een gat in de grond. Ik kan toch niet met mijn goddelijke blote billen boven een gat in de grond gaan hangen, god weet wat voor grond minnend hellebeest in mijn billen wil bijten, of erger.

Ik bedoel jeetje zeg.

Ongemakkelijk zat ik op de twee takken die dienst moesten doen als bril. Ik voelde vanalles prikken in mijn dijen en billen. Wat een hel. Zat ik daar, mijn broek op mijn knieën mijn behoefte te doen in een gat in de grond.

Wat een armoede.

Zuchtend liep ik terug naar het kamp, dit ging ik niet volhouden, dit was mijn einde, ik zou hier sterven.

Erg hoor.

"Heb je je rommel afgedekt?"

Ik keek hem vragend aan

"Wat bedoel je?"

"Heb je een laagje zand over je... je weet wel gegooid?"

Aha, daar was dat schepje in die hoop zand voor... ik vroeg het me al af, maffe plek om met zand te spelen dacht ik nog. Beschaamd liep ik terug naar de latrine... la trie ne... blijft een mooi woord, maar dat is dan ook alles.

Zand erover!

***

Die dag bleven we op de plek van het kamp, we waren gisteren aardig nat geregend en de zon van die dag zou alles goed kunnen drogen. Ronald was een stuk het bos ingelopen en kwam terug met stukken hout.

Het was nog vroeg in de ochtend en die boomstam ging ook vervelen. Hij prikte in mijn kont.

Ik stond op en liep naar het beekje. Ik zag een flinke kei aan de oever en bedacht me dat ik daar prima op kon zitten. Ik keek naar het heldere stromende water en voelde de zon op mijn rug branden. Na een tijdje hoorde ik geritsel achter me.

Overtuigd van mijn onweerstaanbare charmes draaide ik me zo sensueel als ik kon om, ik likte langs mijn lippen en keek naar hem.

Dat was Ronald niet!

God alle jezus!!!!

Ik kijk in twee bloeddorstige woeste ogen.

Wat is dat voor hels monster?

Ik schrik, wil naar achter hellen, verlies mijn evenwicht en voor ik het doorhad lag ik in het ijskoude water

"Godverdomme! GOD! GOD! KUTBOS!"

Terwijl ik druipend overeind kom zie ik nog net het monster wegvluchten, een gigantisch reusachtig giga-hert. Ik sta op en stamp woest rond in het water.

"Ik haat het hier, ik haat alles hier, godvergeten poel stinkende pusmodder"

En ik schop tegen het water, dat zal ze leren, ja toch?

Geschrokken kwam Ronald op een draf aan rennen en passeerde op een paar meter het hert, hij keek naar mij en binnen seconden begreep hij wat er was gebeurd. Ik heb nog nooit iemand zo hard zien lachen om mijn ellende, woest keek ik toe hoe hij zich achterover in het gras liet vallen, bulderend van het lachen.

Ik veegde kwaad een pluk nat haar uit mijn gezicht en kruiste mijn armen voor mijn borst.

"Vind je dat grappig, ja? Ik werd aangevallen door een woest hert recht uit de hel, ja? Ik had wel dood kunnen zijn!"

Ronald zat inmiddels overeind en wreef de tranen uit zijn ogen, na hikkend van het lachen keek hij me aan.

"Sorry Moon, maar het was koddig, en het was maar een kalfje. Het beestje was gewoon nieuwsgierig"

Ik kroop uit het water en ging op de over in het gras zitten, rillend. Mijn kleren plakten aan me.

Wat een ellende.

Hij kwam naast me zitten en gebaarde naar mijn kleding

"Dat moet uit Moon, anders word je ziek"

Ik keek naar hem en knikte, hij had gelijk.

Ik legde mijn kledingstukken op het gras te drogen. Ik had alleen nog een shirt nu, alles was nat. Ik zat weer aan de oever en overwoog hoe ik kon vluchten, dat water moest ergens heen stromen, wat als ik nu op mijn rug meedreef, ik zou vanzelf ergens komen, ja toch?

Terwijl ik peinsde over mijn briljante ontsnapping uit deze hel kwam Ronald naast me zitten met een kleine hengel. Ik keek toe hoe hij hem uitwierp en rustig toekeek. Na een paar minuten keek hij opzij.

"Nou niet meer in het water donderen he, je jaagt de vissen weg"

Ik keek hem aan en trok mijn wenkbrauw op

"pfff eikel, als je de vissen niet wil laten schrikken kan je beter een zak over je hoofd doen"

Hij schoot in de lach. Zijn vrije arm sloeg hij om me heen en ik smolt weer tegen zijn harde warme lijf aan.

Toch nog een stukje hemel.

***

Die boomstam ging me nu echt irriteren, ik had inmiddels op elk plekje van mijn goddelijke billetjes een blauwe plek door die rotzooi hier. Ronald was bezig met het roosteren van zijn vangst, 4 flinke vissen.

"Gaan we dat eten?"

Ik wees naar de vissen en trok mijn wenkbrauw op.

"Ja, natuurlijk, is lekker hoor"

Ik rilde "dat komt uit het water"

Hij schoot in de lach "Ja, dit zijn inderdaad watervissen, zeldzaam maar lekker"

Ik sprong boos op en liep naar de tent.

Ik keek even rond en pakte snel mijn slaapzak, ik rolde hem op en nam hem mee naar buiten. Ik legde hem tegen de boomstam en ging er op zitten.

"Zou ik niet doen"

Ronald zei het zonder te kijken.

Wat zou ik niet doen? Jeetje, ik ben voor het leven verminkt door die klote stam. Heerlijk zacht dit rolletje. Ik zal jou eens wat leren mijnheer de survival expert, let maar eens op! Straks zit je zelf ook, net als ik op je slaapzak, en zeg je "goed idee Moon"! Dan zal je denken, ja die Moon is zo gek nog niet. Alsof je in het leger moet hebben gezeten om slim te zijn.

"Je bent gewoon jaloers dat jij het niet hebt bedacht"

Ronald keek opzij

"Neem nou van mij aan dat het niet slim is"

"Whatever"

Elegant gooide ik mijn hoofd opzij, mijn haar sierlijk volgend.

"Je moet het zelf weten"

Ronald gaf me een aantal grote bladeren en legde een vis voor me neer

"Hier, is lekker"

Ik keek hem aan, vragend

"ehm.. Bestek?"

Ronald schoot in de lach

"nee dat doe je zo"

Hij trok een reep van zijn vis af en stak het in zijn mond. Zijn vingers druipend van vissigheden.

"Walgelijk"

Ik wendde mijn hoofd af, wat een ellende hier, nu moest ik zelfs eten als een varken.

Twijfelend trok ik de eerste reep van de vis en hield het voor mijn neus. Kokhalzend stopte ik het in mijn mond en was klaar om het uit te spugen, maar, ja, smaak was niet slecht, sappig, vet. Nou goed, eerlijk, de vis was heerlijk. Ik had snel twee vissen op en had meer gelust.

"En? Lekker?" Hij vroeg het zonder me aan te kijken

"Moa..."

Ik bedoel, ik ga niet toegeven dat het lekker was, kom zeg. Als ik volhoud neemt hij me vanzelf mee terug en gaan we naar de Mac. Lekker een cheeseburger. Al moet ik er nu niet aan denken, die vis was echt lekker.

"Ehm Ronald, wat was die prut die erbij zat, die puree, of wat was het?"

"Kastanjepuree, er staat hier verderop een kastanje, tamme kastanjes, heel gezond. Lekker?"

Het was het heerlijkste wat ik ooit op had, zoetig, zwaar. Ik dacht dat het iets was wat hij had meegenomen, het kwam hier gewoon uit het bos. Walgelijk, uit deze put van de groene hel.

"Moa, matig"

***

"Ah fuck nee he"

Ik rolde mijn slaapzak uit, klaar om te gaan slapen. Het vocht van de bosgrond was erin getrokken, mijn slaapzak was nat. Ik keek ernaar en snikte.

"godverdomme en ik heb het koud, pokke bos godverdomme"

Ronald kwam bij me zitten en keek naar de slaapzak.

"Ja, die is nat"

Woest keek ik hem aan

"Ja einstein, dat zie ik zelf ook wel, en nou?"

"Tja, een nachtje rillen denk ik en de volgende keer luisteren"

Ronald kroop in zijn droge slaapzak en rolde zich om

"Welterusten"

"Ja, fuck you"

Snikkend lag ik op mijn harde matje, het nog droge deel van mijn slaapzak had ik rillend over mijn bovenlichaam getrokken. Hij haatte me, ik wist het zeker. Ik lag een tijdje en ik keek naar Ronald, hij sliep al.

Zijn borstkas ging ritmisch op en neer. Ik kroop dichterbij, op zoek naar warmte. Rillend nestelde ik me tegen hem aan, zijn warmte in me opnemend. Zachtjes snikkend luisterde naar zijn hartslag en ademhaling.

Ik kroop nog dichter tegen hem aan. Ik wilde zijn arm om me heen, ik wilde zijn liefde. Ik wilde zijn bescherming. Zachtjes huilde ik, het was koud en ik voelde me zo alleen.

"Kom kleintje"

Kippenvel, siddering. Ineens hoorde ik genegenheid in zijn stem, geen norse snauw, maar oprechte bezorgdheid.

Hij ritste zijn slaapzak voor een deel open en ik kroop bij hem, liefdevol nam hij mijn rillende lijf in zijn armen en ik nestelde me tegen hem aan, mijn hoofd op zijn keiharde borst, zacht en warm. Ik voelde zijn hand op mijn rug, zachtjes streelde hij me.

"Dank je" fluisterde ik met mijn gezicht in zijn borst wrijvend, zijn geur, zijn warmte, zoveel mogelijk in me opnemend.

"Geen probleem, ik zorg voor je"

"Ik zal voortaan luisteren, het spijt me"

"Het is goed, welterusten kleintje"

Zachtjes kuste hij mijn haar en ik dreef weg op een wolk.

***

Best fijn in zijn armen, ik heb zalig geslapen, nadeel is wel dat hij op een onchristelijk uur opstaat. Blijkbaar om wat te trainen, opdrukken en meer van die legerdingen.

Ik keek vanaf de boomstam toe, ik keek naar de spieren in zijn arm, zijn slagaders in zijn nek. Ik keek naar zijn lichaam, de half suggestieve beweging. Ik lag onder hem, gespreid, mijn benen om zijn middel geslagen, hem ontvangend, in mij...

Ik besloot dat ik wel koffie kon maken en vulde de ketel met water uit het beekje. Ik zette hem op het vuur en wachtte tot het kookte. Ronald kwam bij me staan en ik zag zomaar waardering in zijn ogen.

"Bijna goed"

Hij lachte vriendelijk en stak zijn hand uit.

"Kom kleintje"

Met in zijn andere hand de ketel liepen we naar de beek.

"Je kan oppervlaktewater niet zomaar drinken, koken is slim, maar niet voldoende, let op"

Uit zijn zak haalde hij een zwart pompje, een lange rubberen slang met een korfje aan de ene kant en aan de andere kant een tuit. Hij hing het uiteinde van de slang in het water en pompte het water door het apparaat in de ketel. Daarna gooide hij een klein tabletje in het water.

"Door te koken vernietig je een hoop ziektekiemen, maar niet alle. Chemische verontreinigingen verdwijnen niet door koken. Dit waterfilter verwijdert beide, het tabletje dat ik er net ingooide is voor de zekerheid, maar eigenlijk niet meer nodig"

Ik keek naar hem, ademloos, zo veel had hij nog nooit tegen me gesproken. Hij wist veel, van zijn dingen dan, ik weet ook veel, je kan me alles vragen over make-up of kleding bijvoorbeeld, ik wed dat hij daar niets van weet. Ik bedoel maar.

Ik zat naast hem met mijn kop koffie en ik genoot van de stilte, de geluiden in het bos, de geuren.

"Ik stel voor dat we dit kamp nog één dag aanhouden en dan verder gaan, je hebt een hoop spullen die moeten drogen."

Hij keek even in de verte. Een vogel steeg krijsend op uit de struiken. Ronald volgde hem met zijn ogen. Hij bleef even de omgeving aftasten met zijn ogen en luisterde aandachtig. Na een tijdje keek hij me aan.

"Ik heb gisteren een mooie plek gezien bij het sprokkelen, ik wil je wat leren, maar je moet me beloven dat je naar me luistert"

Ik keek naar hem en knikte.

"ok"

Hij strekte zijn hand uit en wreef glimlachend met zijn vinger over mijn neus, raar, maar liefdevol.

Na mijn bezoek aan de latrine had Ronald het ontbijt klaar staan, ik keek in mijn kom, het zag er niet uit, alsof de hond van de buren had gekotst. Ik trok een wenkbrauw op en keek hem aan.

"Proef, het is lekker"

Ik nam een klein hapje en proefde, het was vreemd, een beetje de smaak van de puree van gisteren, maar met andere smaken erdoorheen. Ik nam nog een hap, wat groter. Ik denk dat ik gewoon honger had, maar het was lekker, niet heerlijk, gewoon lekker, en voedzaam, na een halve kom zat ik vol en zette het weg.

"En?" vroeg hij terwijl hij mijn portie pakte en verder at.

"Moa"

Echt niet dat ik ging laten merken dat ik het lekker vond, als ik maar volhield dan zou hij vanzelf breken en me mee terug naar huis nemen, mijn eigen bed, internet, mcdonald's.

***

"Zo! geloof me, je kan niet vallen. Het remt vanzelf. Je moet je afzetten en laten vieren, dan kom je in sprongen beneden. Geen grote sprongen, kleine sprongetjes"

Ik stond aan de rand van een ravijn, onpeilbare diepten naar de krochten van de aarde zelf, de hel.

Nou goed, het was 5 meter volgens Ronald, maar geloof me, als je aan de rand staat met een touw en een tuigje om je middel die je scheidt van leven en dood is het diep, onpeilbaar.

Twijfelend stond ik met mijn rug naar de afgrond, het touw stevig in mijn handen. Ik keek naar Ronald en zette me af, een kleine sprong en ik lande met mijn voeten tegen de rotswand. Hey,dit viel best mee, ik keek achter me en zette me weer af.

Dit was gaaf!

Toen ik beneden was kwam Ronald, een stuk soepeler dan hoe ik was gegaan, maar goed, hij is getraind.

Giechelend stond ik te stuiteren toen hij beneden was

"Nog een keer!"

Ik was enthousiast, ik wilde het verbergen, niet laten merken dat ik het leuk vond, maar het was gewoon te cool, alsof je vloog, of meer alsof je verticaal naar beneden liep. Dit keer liep ik voorop op het pad naar boven, niet meegetrokken door Ronald, maar voor hem uit stuiterend. Lachend kwam hij na mij bij de rand.

"Leuk?"

Ik knikte minzaam

"Moa.. het gaat"

Belangrijk om niet uit mijn rol te vallen, ik ging hem breken tenslotte, vanavond zou ik in de mcdonalds zitten, let op mijn woorden.

Dit keer nam ik grotere sprongen en binnen een moment stond ik beneden, springend, helemaal hoteldebotel, dit was gewoon te gaaf. Samen liepen we voor de derde keer omhoog, ik keek breed lachend naar hem en hij zag het.

"Leuk toch?"

Ik knikte iets minder minzaam

"moa... redelijk"

Echt, ik verdien een oscar voor mijn acteerwerk, deze rol was mij op het lijf geschreven. Het was duidelijk dat ik snel naar huis moest, weg uit deze groene hel, mijn lijden was inhumaan.

Ok soms word ik iets te enthousiast, zelden hoor, maar dit was zo'n moment. Ik dacht dat ik nu wel ervaren was en ik zette met grote sprongen af, dat ging echt fantastisch, de laatste sprong had ik zo gepland dat ik met mijn voeten op de grond zou neerkomen.

Ik had echter niet op de overhangende tak gerekend die mijn touw greep en me precies 50 cm van de grond stopte. Ik hing daar, aan een tak, de grond vlak onder me. Ik probeerde de grond te raken met een soort van fietsende beweging.

Niets.

"Godverdomme! Ronald! Help! Help! Joehoe ik hang hier!"

Brullend van het lachen kwam Ronald aanlopen en viel vlak voor mijn voeten op zijn rug, bulderend. Ik werd woest, ik probeerde hem te schoppen maar door die beweging ging ik alleen maar draaien rond mijn as.

"Godverdomme! Ronald! Eikel! Help me dan!"

Na een tijdje te hebben gehikt van het lachen kwam hij overeind en keek peinzend naar me.

"Mmmmh deze fruitsoort ken ik nog niet, het lijkt een zuurpruim, maar volgens mij is dit meer een scheldende dikke peer"

"Dikke peer???? Je bent zelf.... Godverdomme! Wacht maar tot ik op de grond sta!"

Woest schopte ik naar hem, waardoor ik weer een nieuw rondje draaide. Ik kon me niet meer inhouden en ik kreeg zelf ook de slappe lach. Ik hing daar zo stom, zo hulpeloos.

Ronald pakte me eindelijk bij mijn heupen en klikte mijn tuigje los. Samen zaten we in het gras, te giechelen als twee kinderen.

"Niet grappig Ronald"

"Ach kom op, je bent een complete mafkees"

Ik keek opzij en ik prikte hem in zijn zij. Ronald schokte met zijn lijf en prikte terug, ik gilde en probeerde hem achterover te duwen. Hij gaf mee en ik ging op hem zitten. Ik prikte hem in zijn zij tot hij genade riep. Ik stopte en hij pakte me bij mijn taille. Sprakeloos keek ik hem aan, de houding was zo suggestief.